Een
houten brug
is het gemakkelijkst te maken. Duurder maar veel steviger is een
stenen brug.
Voor hun militaire wegennet hebben de
Romeinen
al veel bruggen gebouwd,
waarvan er heel wat nu nog te zien zijn.
Over de Utrechtse grachten liggen
boogbruggen,
die hun oorsprong al in de
middeleeuwen
vinden.
Pas door de toepassing van moderne materialen als beton,
kwamen andere soorten
boogbruggen
op.
Het belangrijkste deel van een stenen boogbrug is het
gewelf,
tot in de 13e eeuw steeds een
tongewelf
in de vorm van een
rondboog.
Daarnaast wordt dan ook de
spitsboog
toegepast nog later de
korf-
en de
segmentboog.
Over het gewelf kan men de overkant bereiken en er bestaan bruggen die uit
niet veel meer dan hun gewelf bestaan. Meestal ligt het
brugdek dicht boven de kruin van het gewelf,
naar de
bruggenhoofden
toe rust het wegdek op een steeds dikker pakket aarde.
Wanneer de stenen boogbrug meerdere bogen heeft, kan de overspanning verschillen.
Vaak is de middelste breder er dus hoger, waardoor het brugdek klimt en daalt.
Tekst: Jean Penders (06-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders